Sinds 1889 in de handel en nog steeds een sterke Oost-Friese en Groningse variëteit. Tamelijk vroeg oogstbaar met een lang oogsttraject. De vrij korte, brede peulen (13 cm lang, 11 mm breed) zijn vlezig en erg lekker. Te gebruiken als vers boontje, maar ook als spek- en snijboon. De lichtgroene peulen hebben rode strepen, die na het koken verdwijnen, ze zijn draadloos en witzadig.

Vroeger werden de peulen aan een draad geregen en gedroogd voor de winter (zgn. Knipselbonen): Om te drogen de bonen plukken als ze geel beginnen te verkleuren. Vervolgens ontdraden en aan een snoer rijgen en drogen (bijvoorbeeld op zolder, vroeger langs de schoorsteen). Voor het koken de droge hulzen eerst een nacht voorweken. Zo kwam ook een arm gezin gezond de winter door! Een typisch Oost-Friese en Groningse variëteit! 

Recepten:

Lees verder: Hendriks Reuzen

Groningse spekbonen (Hoofdmenu)

Zet schoongemaakte, in stukken gebroken spekbonen op met een flink stuk gerookt spek.

Kook dit totdat de bonen beetgaar zijn.

Opdienen met een klontje boter, wat peper en zout en nootmuskaat (liefst vers geraspt).

Groninger Knipselbonenschtel

Ingrediënten voor 4-5 personen:

• 2 ons in de peul gedroogde bonen
• 1½ kg vastkokende aardappels
• 2 ons mager rookspek
• 1 verse worst, varken of rund
• snufje zout

Bereidingstijd:

• Weken van de bonen 12-24 uur
• bereiding gerecht ongeveer 3 uur

Bereiding:

• Was de bonen door ze goed af te spoelen. Knip ze in stukjes van ongeveer 1cm en verwijder de puntjes.
• Doe de bonen in een grote pan met koud water. De bonen nemen in volume toe, voeg indien nodig meer water toe.
• Laat de bonen tenminste 12 uur weken.
• Giet de bonen niet af. Leg het spek en de worst op de bonen. Breng het geheel aan de kook en laat dit minimaal 2½ uur sudderen.
• Schil de aardappels en snijd deze in dobbelstenen van ongeveer 2 cm. Haal spek en worst uit de pan en voeg de aardappels toe. Laat dit 20 minuten meekoken tot de aardappels beetgaar zijn.
• Snijd het spek in kleine stukjes, voeg dit bij de bonen en aardappels en schep het geheel voorzichtig door elkaar. De aardappels moeten heel blijven. Het vocht niet afgieten.
• Schep met een schuimspaan het geheel over in een dekschaal, het vocht blijft achter in de pan.